HUURBEVRIEZING VAN DE BAAN

 

Minister Keijzer (Volkshuisvesting) trekt haar wetsvoorstel voor huurbevriezing in.
Ze heeft op 3 juni jl. aan de Kamer laten weten dat ze het wetsvoorstel om de huren in 2025 en 2026 te bevriezen niet naar de kamer zal sturen.
Huurbevriezing was een uitdrukkelijke wens van PVV-leider Wilders. Nadat het plan bekend was gemaakt, werd duidelijk dat het grote gevolgen zou hebben voor de woningcorporaties. De minister en diverse andere partijen zetten daarom grote twijfels bij het plan. De Raad van State bevestigde deze dilemma’s met een duidelijk negatief advies. Door de recente val van het kabinet hoeft de minister geen rekening meer te houden met de PVV. Ook is duidelijk geworden dat het wetsvoorstel niet kan rekenen op een meerderheid in de Raad van State. Op basis hiervan, en om rust te brengen in de volkshuisvesting heeft ze besloten om het wetsvoorstel niet in te dienen.

De huren in de sociale huursector mogen hierdoor vanaf 1 juli stijgen met het wettelijke maximum van 5%.

Wat betekent dit voor onze huurders?

Eind april hebben alle huurders van ons een brief ontvangen met het voorstel huurverhoging per 1 juli 2025. De hierin aangekondigde huurverhoging blijft nu van kracht. Voor de meeste huurders betekent dit een huurverhoging van 5%.

De voorgestelde huurbevriezing gold overigens alleen voor de corporaties en niet voor de particuliere verhuurders. De David Evekink Exploitatie Stichting, de Sint Anthony Groote Broederschap en stichting Hic Jacet Robur mochten het voorstel huurverhoging al doorvoeren.

De gestegen onderhoudskosten en de verduurzamingsopgave maken het voor verhuurders noodzakelijk om de huurverhoging door te voeren.

Betaalbaarheid

Het Nibud vond de huurverhogingen in de sociale sector, zoals deze nu zijn, betaalbaar en een huurbevriezing niet noodzakelijk.

Nibud-berekeningen maakten al eerder duidelijk dat het financieel voordeel voor huurders door de voorgestelde huurbevriezing beperkt zou blijven. Een alleenstaande met bijstandsuitkering zou er €10 per maand op vooruitgaan. Voor een gezin met twee kinderen en een inkomen van 130% van het minimumloon komt het voordeel uit op net iets meer dan €12. Voor eenoudergezinnen op bijstandsniveau en gepensioneerden is dit niet van toepassing. Hun inkomen stijgt minder hard door aanpassingen in het kindgebonden budget en de beperkte indexatie van pensioenen.